Dutch-Spanish translations for mond

• boca
  Se pone una mordaza en la boca y se pega un tiro en el pie. Hij snoert zichzelf de mond en brengt zichzelf daarmee in moeilijkheden.
  Uno abre la boca bien grande pero nadie le puede oír. Je doet je mond wijd open, maar niemand hoort je.
  Los niños de esa edad se meten en la boca todos los juguetes. Kinderen van die leeftijd stoppen ieder stuk speelgoed in hun mond.
• desembocadura
  Los noruegos crían salmones en las desembocaduras de sus ríos, donde también hay poblaciones de salmones salvajes. Zo vervuilen ze de zee en kunnen ze vooral aan de monding van de Tenorivier visziektes verspreiden.

Related words

• mondkanker
• mondeling
• mondharmonica
• volksmond
• mondharp
• stamboomonderzoek
• mondaard
• mondiaal
• mondialisering