Dutch-Spanish translations for overtuigen

• cerciorar
• convencer
  Ese argumento debería convencer al Consejo. Dat zou de Raad toch moeten overtuigen.
  No tenemos que convencer a los ciudadanos, sino a los Estados miembros. Het zijn niet de burgers, maar de lidstaten die we moeten overtuigen.
  Es usted muy difícil de convencer, señora in 't Veld. U bent moeilijk te overtuigen, mevrouw in 't Veld.
• persuadir
  Se necesita tiempo para persuadir a las personas a fin de establecer los sistemas adecuados. Het heeft tijd nodig om mensen te overtuigen om systemen op te zetten.
  La Comisión también intentará persuadir al Consejo de que haga lo propio. De Commissie zal tevens de Raad ervan proberen te overtuigen hetzelfde te doen.
  En realidad resultó difícil persuadir al Consejo de la necesidad de ajustar el presupuesto plurianual. Het was moeilijk de Raad te overtuigen om de meerjarenbegroting aan te passen.

Related words

• geloofsovertuiging
• overtuigend
• overtuiging
• overtuigd
• overtuigingsstuk
• niet overtuigend