Dutch-Spanish translations for positief

• positivo
  Es éste un problema muy positivo. Dit is een zeer positief probleem.
  Valoro esto como extraordinariamente positivo. Dat vind ik uitermate positief.
  Es sin duda un resultado positivo. Dat mag positief genoemd worden.
• positiva
  En 2002 la DAS ha de ser positiva. De betrouwbaarheidsverklaring moet in 2002 positief zijn.
  Tiene que haber una respuesta positiva. Er moet een positief antwoord zijn.
  ¿Cómo puede ser positiva la discriminación? Hoe kan discriminatie nu positief zijn?
• de todas maneras
• inequívocamente
• terminantemente

Related words

• prepositief
• compositiefoto
• diapositief
• grampositief
• seropositief
• positief denken
• HIV positief
• vals positief resultaat