Dutch-Spanish translations for uitblinken

• sobresalir
• brillar
  En mi opinión, tiene que haber también una segunda prioridad, concretamente, que el Parlamento también ha de brillar en el ámbito de la disciplina presupuestaria. Ik vind dat daar een tweede prioriteit bij moet: het Parlement moet uitblinken in begrotingsdiscipline!
  Según el informe Fernandes, el Parlamento Europeo debe brillar en el ámbito legislativo y todos los recursos necesarios deben estar disponibles para este fin. schriftelijk. - Volgens het verslag-Fernandes moet het EP op wetgevingsgebied uitblinken en moeten alle middelen dat doel dienen.
• distinguirse

Related words

• uitblazen
• vooruitblik
• uitblinker
• uitblussen
• uitbloeien
• de laatste adem uitblazen