Dutch-Spanish translations for zekerheid

seguridadUsted ha hablado de confianza y seguridad. U heeft het gehad over vertrouwen en zekerheid. El empleo no ofrece seguridad. De werkgelegenheid biedt geen zekerheid. Seguridad, independencia y autonomía. Ze willen zekerheid, onafhankelijkheid en zelfstandigheid.
certezaEl sector también necesita alguna certeza. Bovendien moet de sector zekerheid gegeven worden. Me gustaría transmitirles la certeza que llevo dentro. Ik wil u deelgenoot maken van de zekerheid waarvan ik vervuld ben. No podemos predecir con certeza los resultados de esas votaciones. Wij kunnen de uitslag van deze volksraadplegingen niet met zekerheid voorspellen.

certidumbrePorque si hay algo que el turismo necesita es certidumbre. Als er iets is dat het toerisme nodig heeft, dan is het zekerheid. – con mayor certidumbre (se puede contar con una mayor certidumbre a partir de 2007, y planificar en pleno funcionamiento); – met meer zekerheid (er kan met meer zekerheid uit worden gegaan van een startdatum in 2007, en de planning kan worden afgestemd op volledige werking) Sigue significando la certidumbre en un clima económico difícil. Nog altijd biedt het zekerheid in een moeilijk economisch klimaat.
confianzaUsted ha hablado de confianza y seguridad. U heeft het gehad over vertrouwen en zekerheid. Las regiones necesitan poder planificar el futuro con cierta confianza. De regio’s hebben behoefte aan zekerheid qua planning. Eso sería una muestra de confianza cuando llevásemos a cabo una acción conjunta. Dat zou namelijk voor meer zekerheid zorgen bij een gemeenschappelijk optreden.
prendaPrimero tengo que estar seguro de que existe un competidor comunitario directo que produzca dichas prendas. Ik moet namelijk zelf eerst de zekerheid hebben dat er in de praktijk inderdaad sprake is van directe communautaire concurrenten die dergelijk sportschoeisel produceren.

Dictionary