English-Dutch translations for affluent

• rijkaard
• vermogend
  Gelukkig zijn er in Europa inmiddels vele vermogende burgers die niet weten wat ze met hun geld moeten doen als ze een bepaalde leeftijd bereikt hebben en die daarom ook geld doneren. In the meantime, we are fortunate in having many affluent people who do not know what to do with their money when they reach a certain age, and who make donations.
• welgesteld
  Dit is waarschijnlijk makkelijker te doen door rijke regio's dan door regio's die minder welgesteld zijn. This is probably done more easily by affluent regions than by those less well-off.
  Het consortium van welgestelde landen die tezamen de EU vormen laat zich met name leiden door de toegenomen winstperspectieven voor hun grote ondernemingen in de industriële en financiële sector. What, then, motivates the consortium of affluent countries constituted by the EU is, first of all, widening the scope for profit offered to their industrial and financial trusts.
  Voorlichting over de Europese Unie bereikt meestal slechts de goed opgeleide en welgestelde burger, hetgeen leidt tot scepsis en antipathie bij de overige burgers in Europa. Information about the European Union often reaches only its well-educated and affluent residents, which engenders scepticism and antipathy in other citizens of the countries of Europe.
• zijrivier

Definition of affluent

• Somebody who is wealthy
• A stream or river flowing into a larger river or into a lake; a tributary stream; a tributary
• Abundant; copious; plenteous
• Abounding in goods or riches; having a moderate level of material wealth
• Tributary

Examples

• They were affluent, but aspired to true wealth.

Related words

• affluence
• affluenza
• affluently
• diseases of affluence
• disease of affluence