English-Dutch translations for baton

• baton
• dirigeerstok
  U heeft gezegd dat op het moment waarop de dirigent tijdens het nieuwjaarsconcert de dirigeerstok ophief, de Russen de gastoevoer reduceerden. Scarcely had the conductor raised his baton at the New Year concert, you told us, before they turned the gas down.
  Op het moment dat de Letse dirigent Maris Janssons de dirigeerstok ophief, verlaagden de Russen de gasleveringen met dertig procent, en in de nacht van 1 op 2 januari nog eens met vijftig procent. Just as the Latvian conductor, Maris Jansons, raised his baton, the Russians cut their gas deliveries, first by 30% and then, in the night of 1 to 2 January, by 50%.
• gummiknuppel
• stokje
  De verontwaardigde Grieken hebben het stokje overgenomen van de Spanjaarden. The exasperated Greeks have taken the baton from the Spaniards.
  Het is als een estafetteloop, maar dan over een zeer lange afstand, waarbij één generatie het stokje bij zich heeft. One generation carries the baton; it is like a relay race, but it is our foundations that are being passed on.
  Spanje neemt het stokje over wat betreft het voorzitterschap van de Europese Unie, net op het moment dat het Verdrag van Lissabon van kracht is geworden. Spain is picking up the baton of the Presidency of the European Union, just as the Treaty of Lisbon has entered into force.

Definition of baton

• A staff or truncheon, used for various purposes
• The stick of a conductor in musical performances
• A short stout club used primarily by policemen; a truncheon
• An abatement in coats of arms to denote illegitimacy. (Also spelled batune, baston
• A short vertical lightweight post, not set into the ground, used to separate wires in a fence
• To strike with a baton

Examples

• the baton of a field marshal

Related words

• abaton
• hyperbaton
• batonnet
• Baton Rouge
• Baton Blue
• baton twirling
• marshal's baton
• conductor's baton
• conducting baton