English-Dutch translations for bilingual

• tweetalig
  De tweetalige dorpskrant wordt niet meer uitgegeven. The bilingual village paper is not published any more.
  Het etiket moet 30procentvan de verpakking beslaan en 35procentwanneer het tweetalig is. The label has to cover 30% of the packet; 35% if it is bilingual.
  Dit komt met name voor op Hongaarse scholen in het tweetalige gebied. This situation mainly concerns Hungarian schools in the bilingual region.
• tweetalige
  De tweetalige dorpskrant wordt niet meer uitgegeven. The bilingual village paper is not published any more.
  Dit komt met name voor op Hongaarse scholen in het tweetalige gebied. This situation mainly concerns Hungarian schools in the bilingual region.
  Een rechter heeft de verwijdering van tweetalige straatnaamborden verordonneerd. A court has ordered the removal of bilingual street names.

Definition of bilingual

• Having the ability to speak two languages
• Spoken or written in two different languages
• Characterized by the use or presence of two languages
• A person who is able to use two languages

Examples

• a bilingual dictionary
• bilingual education

Related words

• bilin
• bilinear
• bilingualism
• phycobilin
• bilineal
• bilinearly
• porphobilinogen
• urobilin
• urobilinogen