English-Dutch translations for grace

• elegantie
• genade
  Met Gods genade heeft het handelend geloof de vrijheid afgedwongen. By God's grace, faith in action attained freedom.
  Die zijn alleen te verkrijgen door een oprecht geloof in en een onvoorwaardelijk buigen voor God, in door genade gehoorzamen van zijn heilzame geboden vertolkt in de Bijbel, het Woord van God. They can only be obtained by a true belief in God, by an unconditional surrender to His will, and, by His grace, obeying His healing Commandments enshrined in the Bible, God's Word.
• gratie
  De heer Nicolaides heeft zijn excuses aangeboden aan de Thaise koninklijke familie en heeft bij de koning een verzoek om gratie ingediend. Mr Nicolaides has apologised to the Thai Royal Family and has made an appeal for royal grace.
  Een vrije open markt kan alleen bestaan bij de gratie van concurrentie, begrensd door duidelijke, uniforme spelregels. A free and open market can only exist by the grace of competition, marked by clear, uniform rules.
  Toen Jean-Marie Le Pen uit de gratie raakte na een onbillijk proces wegens een belachelijk campagne-incident, riep u de nationale soevereiniteit in. When Mr Le Pen fell from grace at the end of an iniquitous procedure - after an absurd campaign incident - you cited national sovereignty as a defence.
• uitstel van betaling
• zwier

Related words

• disgrace
• graceful
• graceless
• gracefully
• disgraceful
• graces
• gracefulness
• scapegrace