English-Dutch translations for hesitate

• aarzelen
  We moeten niet aarzelen om dat te doen. We should not hesitate to do that.
  De bank zal niet mogen aarzelen zo nodig de rente te verhogen. The bank cannot hesitate to increase interest rates when necessary.
  Als we nu aarzelen, zullen die nieuwe groene banen op andere continenten terechtkomen. If we hesitate now, those new green jobs will move to other continents.
• talmen
  De uitdagingen van deze tijd zijn niet gebaat met uitstel. Wij mogen niet langer talmen. The current challenges cannot be deferred or hesitated over.
  Tot slot, beste collega's, is er geen reden om te talmen. Finally, ladies and gentlemen, there is no reason to hesitate.
• twijfelen
  Het Europees Parlement zal niet twijfelen om als het nodig is zijn begrotingsinstrument te gebruiken. The European Parliament will not hesitate to use its budgetary instrument if necessary.
  Als dat voor onze kusten zou zijn gebeurd, zouden we geen moment twijfelen om in te grijpen. If this had happened off our own coasts, we would not have hesitated for one moment to intervene.
  Drie: we mogen niet twijfelen aan de noodzaak om het Protocol van Kyoto toe te passen, met of zonder de Verenigde Staten. Thirdly, we must not waver or hesitate over the need to implement the Kyoto Protocol, with or without the United States.
• weifelen
  En niemand heeft ons ertoe verplicht te aarzelen en te weifelen bij aanvallen op de zogenaamde "perifere” economieën. Likewise, nobody forced us to hesitate and falter when the so-called 'peripheral' economies come under attack.

Definition of hesitate

• To stop or pause respecting decision or action; to be in suspense or uncertainty as to a determination
• To stammer; to falter in speaking

Examples

• He hesitated whether to accept the offer or not; men often hesitate in forming a judgment.

Related words

• hesitater
• vacillate; hesitate; procrastinate
• one who hesitates is lost