English-Dutch translations for magic

• magisch
  Een Hongaar heeft het magische spel 'Rubiks kubus' uitgevonden. It was a Hungarian who invented the magical game that is Rubik's cube.
  Er bestaan geen magische maatregelen. There are no magical measures.
  Liberalisering wordt beschouwd als een magische oplossing. Liberalisation provides the magic answer.
• magie
  Dat is een nieuwe vorm van magie. That would be a new kind of magic.
  Een alternatieve geneeswijze kan zich tot academische geneeskunde ontwikkelen, maar kan ook naar magie, manie of esoterie afglijden. It can develop into conventional medicine, but it can also degenerate into magic or esotericism.
  De toegang tot websites die pornografie, pedofilie, verkrachting, satanisme, magie enzovoort bevatten, wordt geblokkeerd. Access is blocked to websites containing pornography, paedophilia, rape, Satanism, black magic etc.
• toverij
• toverkunst
• betoverd
• betoverend
• feeëriek
• gegoochel
• goochel-
• goochelkunst
• illusionisme
• tovenarij
  Tenzij er tovenarij in het spel is, gaat het dus om de snelst opgemaakte jaarrekening uit de geschiedenis. They were either the quickest prepared set of accounts in history or something magical happened.
• tover-
• toverkracht

Definition of magic

• An Allied cryptanalysis project, during and prior to World War II, that decrypted Japanese messages

Related words

• magician
• magical
• magically
• automagically
• automagical
• antimagic
• magicianess
• magic potion
• magic mushroom