English-Dutch translations for married

  • gehuwd
    En wanneer maakt u eindelijk eens een einde aan de onaanvaardbare discriminatie tegen gehuwde homostellen? Will you finally end the unacceptable discrimination against married gay couples? Al mijn zonen en dochters zijn nu volwassen, gehuwd en het huis uit. Said heeft alles verloren en ik kan hem niet zien. All my children, sons and daughters, are now grown up, married and have left my home. Gehuwde koppels betalen in elk geval in mijn land veel meer belastingen dan niet-gehuwd samenwonenden met alle gevolgen van dien. In my country at least married couples pay far more tax than couples who are living together, with all that this implies.
  • getrouwd
    Het slachtoffer was getrouwd en had kinderen. The policeman who was killed was married and had children. Hoe zit het bijvoorbeeld met de erkenning van de status van getrouwde homoparen? For example, how about the recognition of married same-sex couples? Een groot aantal van hen betreft Roemeense mannen of vrouwen die buiten hun land zijn getrouwd. This also includes many Romanian men or women who have got married abroad.

Definition of married

  • In a state of marriage; having a wife or a husband
  • A married person

Examples

  • married to ones work

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net