English-Dutch translations for self-critical

• zelfkritisch
  We moeten zelfkritisch zijn, we moeten toegeven dat wij het niet eens zijn geworden over een resolutie. We must be self-critical and admit that we did not manage to adopt the resolution.
  Hieruit spreekt een kritische en zelfkritische houding ten aanzien van wat er moet gebeuren. That major change in culture is one which reflects a critical and self-critical evaluation of what needs to be done.
  De regeringsvertegenwoordigers waren behoorlijk zelfkritisch, maar zeiden uiteindelijk inhoudelijk niet veel. The government representatives were highly self-critical, but, in the final analysis, said little of any substance.

Definition of self-critical

• Capable of criticizing oneself; able to find mistakes and possibilities for improvement in one's own work

Related words

• self-criticism