French-Dutch translations for auditeur

• luisteraar
  Zo kan de luisteraar of kijker doen wat hij het best vindt. Alors l'auditeur ou le téléspectateur choisira ce qui lui convient.
  Ik heb de Franse luisteraars uitgelegd wat er gisteren in Luxemburg gebeurd is. J'ai expliqué aux auditeurs français ce qui s'était passé hier à Luxembourg.
  Luisteraars kunnen via de telefoon vragen stellen. Een van de vragen die steeds weer worden gesteld, gaat over de kosten van het Europees Parlement. Ce programme a duré toute la matinée. Les auditeurs appellent, et l'une des questions qu'ils posent sans cesse concerne le coût du Parlement européen.
• hoorder
• toehoorder

Related words

• audit
• audition
• maudit
• auditorium
• auditionner
• auditer
• maudite
• auditif
• auditoire