French-Dutch translations for boy

• boy
  Op 12 augustus vindt in Derry de Apprentice Boys' March plaats. Il y aura la «Apprentice Boy's March» du 12 août à Derry.
  Deze keer gaat het om de ontvoering van elf Britse soldaten door de militiegroep West Side Boys. La milice des West Side Boys revendique l'enlèvement de onze soldats britanniques.
  De Chicago Boys bij u in de Commissie mogen niet in de slipstream van de arrenslee van de kerstman weer komen opdagen. Les "Chicago Boys" au sein de votre Commission ne peuvent pas de nouveau arriver derrière le Père Noël!
• huisboy

Related words

• aboyer
• boycott
• boycotter
• boycottage
• boyard
• cow-boy
• boyaux
• boyau
• cowboy