French-Dutch translations for croiser

kruisen
Dat gezegd zijnde: de twee sporen moeten elkaar kruisen, moeten met elkaar worden vervlochten. Cela dit, les deux voies doivent se croiser, s’entrelacer. Maar, mijnheer de Voorzitter en geachte commissaris, deze logica's zullen zich onvermijdelijk kruisen en samensmelten. Or, Monsieur le Président, Monsieur le Commissaire, ces logiques sont condamnées et se croiser et à fusionner. Zij kunnen zich kruisen met natuurlijke variëteiten en zo kan er iets ontstaan dat bij het manipuleren van genen niet de bedoeling is geweest. Ils peuvent se croiser avec des variétés naturelles, il peut en résulter quelque chose qui n'était pas prévu lors de la manipulation des gènes.
laten dekken