French-Dutch translations for projeter

• beramen
• gooien
• keilen
• ontwerpen
• plannen
• smijten
• uitspelen
• werpen
  In het bijzonder de gebeurtenissen voor en tijdens de Wereldtop over de informatiemaatschappij in Tunis van afgelopen november werpen nog steeds een schaduw over Tunesië. Ainsi, les événements qui se sont produits avant et pendant le sommet mondial sur la société de l’information en novembre dernier à Tunis continuent de projeter une ombre sur la Tunisie.

Related words

• projet