German-Dutch translations for obszön

• obsceen
  Dierenwelzijn werd door de arme landen gezien als een eigenaardigheid van de rijken. Sommige vonden het zelfs bijna obsceen gezien de mensen die omkomen van de honger. Die armen Länder sahen im Tierschutz ein Anliegen der Reichen, das angesichts hungernder Menschen vielen von ihnen fast obszön vorkommen mußte.
• vulgair
• grof
• schunnig
• vuil
• wellustig
• wulps

Related words

• obschon
• Obst
• Obsttorte
• Obstsalat
• Obstsaft
• Obstgarten
• Obstbaum
• obstinat
• observieren