German-Dutch translations for roh

• ruw
• grof
• onbeschaafd
• onbewerkt
• ongeraffineerd
• rauw
  Hoewel ik niemand ken die rauw konijnenvlees of vlees van pluimvee eet, ken ik wel veel mensen - waaronder leden van het Europees Parlement - die rood vlees eten dat rauw of nagenoeg rauw is. Obwohl ich niemanden kenne, der rohes Kaninchen oder rohes Geflügel isst, weiß ich von vielen – einschließlich einiger Europaabgeordneter –, dass sie dunkles Fleisch roh oder fast roh essen.
  Jullie antropologie lijkt een beetje op die van Levi-Strauss: bij hem ging het om het onderscheid tussen rauw en gekookt, bij jullie tussen open en gesloten! Ihre Anthropologie gleicht der von Levi-Strauss: bei ihm geht es um die Frage roh oder gekocht, bei Ihnen geht es um die Frage offen oder geschlossen!
• rauwe
• smakeloos
• vulgair

Related words

• froh
• fröhlich
• zukunftsfroh
• drohen
• androhen
• bedrohen
• Rohling
• dröhnen
• Rohheit