Italian-Dutch translations for cibo

• eten
  Zij hebben niets te eten of te drinken en geen toegang tot gezondheidszorg. Non hanno né cibo, né acqua, né assistenza sanitaria.
  Ze hebben gebrek aan eten, drinkwater en dekens. Mancano loro cibo, acqua e coperte.
  Moeten jonge vrouwen geen gewoon voedsel kunnen eten? Le giovani donne non avrebbero il diritto di mangiare cibo normale?
• voedsel
  Met voedsel kan men niet voorzichtig genoeg zijn. Con il cibo non si può mai essere abbastanza cauti.
  De wereld heeft genoeg voedsel om zich te kunnen voeden. Il mondo ha abbastanza cibo per sfamarsi.
  Voedsel is iets waarmee we niet kunnen spelen. Non si può scherzare con il cibo.
• dieet
• levensmiddelen
  Aangezien ik zelf moeder ben, is mijn belangrijkste bekommernis inzake levensmiddelen veiligheid en transparantie. Da madre, la mia prima preoccupazione per quanto riguarda il cibo è la sicurezza e la trasparenza.
  Uit de recentste berekening bleek dat ongeveer 85 procent van de levensmiddelen op de vrije markt werd gekocht. All'ultimo calcolo, circa l'85 per cento del cibo risultava acquistato sul mercato aperto.
  De consumenten geven de voorkeur aan levensmiddelen die dichtbij geproduceerd zijn, omdat aanvoer van ver de kwaliteit van de levensmiddelen nadelig beïnvloedt. I consumatori apprezzano gli alimentari prodotti con materie locali, poiché lunghi trasporti vanno a scapito della qualità del cibo.

Related words

• ciborio
• cibolla
• cibo per cani
• cibo per gatti
• cibo di strada
• cibo cinese
• cibo poco sano
• cibo spazzatura
• cibo precotto