Italian-Dutch translations for schiudere

• opendoen
• openen
  wat sommige sceptici er ook van dachten, de president meende wat hij zei: dat we onze hand zullen uitsteken naar elke partij die bereid is zijn vuist te openen. a dispetto di quanto taluni scettici pensavano, il presidente parlava sul serio quando ha detto che stringeremo la mano a chiunque sarà disposto a schiudere il suo pugno.
• openmaken

Related words

• schiuma
• schiumarola
• schiumaiola
• dischiuso
• dischiudere
• schiudersi
• schiusa
• schiumare
• bagnoschiuma