Spanish-Dutch translations for futuro

• toekomst
  Een agenda voor een duurzame toekomst van de algemene en zakenluchtvaart ( Programa para el futuro sostenible de la aviación general y de negocios (
  Ik wil het nu echter over de toekomst hebben. Pero permítame hablar acerca del futuro.
  De toekomst van Rusland is nauw verbonden met onze toekomst. El futuro de Rusia está estrechamente unido al nuestro.
• toekomstig
  Toekomstig akkoord over Kosovo (debat) Futuro acuerdo sobre Kosovo (debate)
  We zullen dit toekomstige verslag afwachten. Quedamos a la espera de ese futuro informe.
  Baby's zijn meer dan slechts toekomstige belastingbetalers. Los bebés son más que futuros contribuyentes.
• bruidegom
• futurum
• onvoltooid toekomstige tijd
• toekomende tijd
  Ik stel voor om onder de punten i), ii) en iii) de toekomende tijd te vervangen door de verleden tijd. Propongo que el tiempo futuro se sustituya por el pretérito perfecto en los puntos i), ii) y iii).

Related words

• futurología
• futurólogo
• futuróloga
• futuro compuesto
• futuro simple
• futuro imperfecto
• futuro perfecto
• futuro próximo
• participio futuro