Dutch-Spanish translations for gemeenschap

• comunidad
  Queremos estar dentro de una comunidad". We willen deel uitmaken van een gemeenschap.”
  Protección de los bosques en la Comunidad Bescherming van de bossen in de Gemeenschap
  ¿Esa es nuestra comunidad de valores? Is dat onze gemeenschap van waarden?
• sociedad
  La sociedad internacional ha defraudado a Haití. De internationale gemeenschap heeft Haïti laten stikken.
  Señor Presidente, acabo de pensar cuán peligrosos serían para la sociedad unos paracaidistas adictos a las drogas. Welnu, ik dacht er zojuist aan hoe gevaarlijk drugsverslaafde parachutisten voor de gemeenschap wel zouden zijn.
  Son una inversión para el futuro de la sociedad en su conjunto. Zij vormen een investering in de toekomst van de hele gemeenschap.
• comuna
• comunión
• trato sexual

Related words

• geslachtsgemeenschap
• gemeenschappelijk
• leefgemeenschap
• gemeenschapszin
• woongemeenschap
• werkgemeenschap
• kloostergemeenschap
• scholengemeenschap
• pinkstergemeenschap