Spanish-Dutch translations for novia
- bruidHij begint ermee - maar uiteindelijk weigert hij toch een bruid voor het monster te maken. Comienza, y posteriormente renuncia a fabricarle una novia. Het is inderdaad interessant: voor de tweede keer met dezelfde bruid getrouwd. Se trata sin duda de un interesante estado de cosas, puesto que el novio se dispone a casarse con la misma novia por segunda vez. Alleen is de bruid al wat ouder geworden, ze is wat ouderwetser, wat minder sexy als in Rome. Lo único que, ahora, la novia es un poco más añeja, un poco más anticuada y menos sexy que en Roma.
- vriendinDe bevoordeling van zijn vriendin was geen toevallige fout, maar de aanleiding om een eind te maken aan zijn eigengereide en onaanvaardbare werkwijze. El trato de favor concedido a su novia no fue un error involuntario, sino la justificación necesaria para poner fin a su obcecado e inadmisible modo de proceder.
- beminde
- jonggehuwde
- meisjeUsura vermoordt het kind in de schoot, belemmert de jongen het meisje te winnen, verlamt de bijslaap, legt zich tussen de jonge bruid en haar bruidegom.” Usura mata al niño en el útero, no deja que el joven corteje, ha llevado la sequedad hasta la cama, y yace entre la joven novia y su marido.
- verloofde
- vriend
- vriendje
- wederhelft
Trending Searches
Popular Dictionaries