Dutch-Czech translations for vertrouwen

• důvěra
  Kde je důvěra v členské státy? Waar is het vertrouwen in de lidstaten?
  Důvěra je dobrá., kontrola ještě lepší. Vertrouwen is goed, maar controle is beter.
  Důvěra se těžko získává, ale snadno ztrácí. Vertrouwen komt te voet maar gaat te paard.
• důvěřovat
  Chceme-li být produktivní, musíme si navzájem důvěřovat. Er is wederzijds vertrouwen nodig als wij effectief willen zijn.
  Nastal čas zrušit kvóty a důvěřovat volnému trhu. Het wordt tijd dat we de quota schrappen en op de vrije markt vertrouwen.
• věřit
• víra

Related words

• toevertrouwen
• zelfvertrouwen
• vertrouwenspersoon
• consumentenvertrouwen
• vertrouwenwekkend
• vertrouwensrelatie
• vertrouwen hebben in
• vertrouwen (op)
• vertrouwen op