Dutch-Danish translations for geloof

• tro
  De er baseret på tro og ikke på fakta. Ze zijn op geloof gebaseerd en niet op feiten.
  Det mener jeg ikke, at vi kan tro på. Ik geloof niet dat we dit moeten geloven.
  Tror han virkelig det, og hvad baserer han denne tro på? Gelooft u dat werkelijk, en zo ja, waar baseert u dat geloof op?
• religion
  Religionsfrihed er ikke frihed fra religion, men frihed til at have en religion. Godsdienstvrijheid is niet vrij zijn van geloof, maar vrij zijn om een geloof te hebben.
  Men jeg mener, at religion bør udgøre et af dem. Ik geloof echter niet dat religie hiervan deel zou moeten uitmaken.
  Deres forbrydelse er angivelig, at de har udøvet deres religion. Hun misdaad is blijkbaar het praktiseren van hun geloof.

Related words

• geloofsbelijdenis
• geloofwaardig
• geloofsovertuiging
• ongeloofwaardig
• geloofwaardigheid
• ongelooflijk
• bijgeloof
• geloofspunt
• ongeloof