Dutch-Danish translations for onderbreken

• afbryde
  Jeg beklager, at jeg afbryder Dem. Het spijt me dat ik u moest onderbreken.
  Jeg foreslår at afbryde mødet. Ik stel voor de zitting te onderbreken.
  Det er bestemt min opgave at afbryde. Het is wel degelijk mijn taak om sprekers te onderbreken.

Related words

• zwangerschapsonderbreking
• onderbreking
• onderbrekernok
• scheepvaartonderbreking
• onderbreker
• werkonderbreking
• met onderbrekingen
• zonder onderbreking