Dutch-Danish translations for uitspraak

• udtale
  Jeg undskylder for min udtale. Ik moet mij verontschuldigen voor mijn uitspraak.
  De bedes undskylde min dårlige udtale. Ik hoop dat u me mijn slechte uitspraak niet kwalijk neemt.
  Undskyld min udtale - min spanskundervisning fortsætter. Mijn excuses voor mijn uitspraak, ik volg al een tijdje Spaanse lessen.
• accent
• dom
  Militærdomstolen afgav sin dom den 1. juni. Het militair hof heeft een uitspraak gedaan op 1 juni.
  Kommissionen afventer Domstolens afgørelse. De Commissie is in afwachting van de uitspraak van het Hof van Justitie.
  Han afsagde en dom i forbindelse med sikkerhedsmuren. Hij deed een uitspraak over de veiligheidsbarrière.
• frase
  Jeg kan godt lide hans frase »lean and clean« (ren og effektiv udnyttelse). Ik houd van zijn uitspraak "zuinig en schoon" .
• kendelse
  Det var en kopi af en dårlig proces, og resultatet af en dårlig proces er en dårlig kendelse. Dit was een kopie van een slecht proces, en de uitkomst van een slecht proces is een slechte uitspraak.
  Det er i virkeligheden meget enkelt, og heldigvis har vi en kendelse i denne sag. Het is in feite zeer simpel en gelukkig is er een uitspraak in deze aangelegenheid.
  Højesterets kendelse for nylig om det økumeniske patriarkat giver også grund til bekymring. De recente uitspraak van het hooggerechtshof inzake het oecumenisch patriarchaat is tevens een punt van zorg.
• udtryk
  Domstolen accepterer dette, hvilket den i en dom fra september sidste år endnu engang gav direkte udtryk for. Het Hof accepteert dat, zoals het nogmaals expliciet heeft aangegeven in zijn uitspraak van afgelopen september.
  Er Pelinkas udtalelse ikke udtryk for noget, som ligger inden for rammerne for, hvad der må accepteres i et demokrati? Is de uitspraak van Pelinka niet iets dat geheel past in het kader van hetgeen in een democratie moet worden aanvaard?
  Dette 400 år gamle udtryk passer i dag til kravet om en bred spredning af den produktive formue. Deze 400 jaar oude uitspraak beantwoordt aan de hedendaagse eis van spreiding van het productievermogen.

Related words

• uitspraakwoordenboek
• uitspreken
• uitspreiden
• onuitsprekelijk
• onuitspreekbaar
• spellinguitspraak
• uitsprong
• uitspreekbaar
• uitspruiten