Dutch-English translations for bijten

• bite
  When I feed a dog and it bites me then I will not feed it any more because otherwise it may bite me again. Als ik een hond voer en die bijt mij, dan voer ik die hond niet meer omdat hij me anders misschien weer zal bijten.
  This has been side-stepped down the years but it is high time that the Commission bites the bullet. Dit onderwerp is men lang genoeg uit de weg gegaan, maar de Commissie moet nu toch echt eens door de zure appel heen bijten.
  Member States must bite the bullet and be prepared to pay for adequate gas storage facilities and stocks. De lidstaten moeten door de zure appel heen bijten en bereid zijn om geld uit te trekken voor goede gasopslagfaciliteiten en -voorraden.
• take a bite
  I took a bite out of the apple and immediately realised it was rotten.

Related words

• ontbijten
• bijtend
• uitbijten
• inbijten
• afbijten
• verbijten
• nagelbijten
• stukbijten
• kribbebijten