Dutch-English translations for buurvrouw

• neighbour
  As my neighbour, Mrs Macovei of the EPP, has said, people-to-people direct contacts create trust. Zoals mijn buurvrouw, mevrouw Macovei van de PPE, zei, schept rechtstreeks contact tussen mensen vertrouwen.
  Caring for your neighbour is also a Christian enjoinder. He may have Alzheimer's or Parkinson's or diabetes. De zorg voor uw buurman of buurvrouw is ook een christelijke gebod; hij of zij lijdt misschien wel aan Alzheimer, Parkinson of diabetes.
  Mr President, Presidents, ladies and gentlemen, my neighbour has reminded me, Mr President-in-Office, that you play ice hockey. Mijnheer de Voorzitter, geachte collega´s, heren voorzitters, mijn buurvrouw heeft mij er net op gewezen dat de voorzitter van de Raad ijshockey speelt.

Related words

• buurman