Dutch-English translations for hout

• wood
  Wood is a renewable energy source. Hout is een hernieuwbare energiebron.
  Wood is a renewable natural resource. Hout is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron.
  Mr President, I am not made of wood, nor yet of stone. Mijnheer de Voorzitter, ik ben geen man van hout of van steen.
• timber
  A green label for sustainable timber and a red label for incorrectly produced timber. Een groen label voor duurzaam hout en een rood label voor fout, niet duurzaam geproduceerd hout.
  It sells 80% of sawn timber to the EU. Het land verkoopt 80 procent van zijn gezaagd hout naar de EU.
  International Tropical Timber Agreement ( Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout (

Related words

• houtblazer
• houtsnip
• houtduif
• houtblok
• appelbomenhout
• aanmaakhout
• kersenhout
• houtsoort
• brandhout