Dutch-English translations for uitspreken

• pronounce
  I am afraid I am not sure how I should pronounce your name, Mr Stubb. Mijnheer Stubb, ik ben bang dat ik niet goed weet hoe ik uw naam moet uitspreken.
  In fact there are some words I cannot pronounce properly so it is better not to read it! Sommige woorden die er in staan, kan ik niet correct uitspreken, dus kan ik het beter niet voorlezen!
  Nonetheless, I rise in no carping spirit to ask why we felt the need to pronounce on these questions at all. Toch is het niet vervelend bedoeld als ik vraag waarom wij ons toch zo nodig over deze kwesties moesten uitspreken.
• announce
  Therefore, we also know that Parliament is going to make an announcement on this subject tomorrow. We weten ook dat het Parlement zich morgen over dit onderwerp zal uitspreken.
  In that context, may I give credit to the UK Government - not something I do easily - for its announcements on the prospects for nuclear energy. In dat opzicht wil ik mijn lof uitspreken voor de Britse regering - iets wat ik niet makkelijk doe - voor de uitspraken die deze gedaan heeft over de vooruitzichten voor kernenergie.
  – I wish to express my concern regarding the guidelines for applying the safeguard clause to the textiles and clothing sector announced by the Commission on 6 April. – Ik wil hier mijn zorgen uitspreken over de richtsnoeren voor de toepassing van de vrijwaringsclausule voor textiel en kleding die de Europese Commissie op 6 april bekend heeft gemaakt.
• articulate
  She’s a bright, articulate young woman
  The robot arm was articulate in two directions
  jointed articulate animals
• cast
  Mr President, ladies and gentlemen, it is quite normal for each group to be allowed to voice its opinion as we approach a vote as important as the one which we will be casting in a short while. Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, het is niet meer dan normaal dat vlak voor een zo belangrijke stemming als die welke we zo dadelijk gaan uitbrengen, iedere fractie zich mag uitspreken.
  The director cast the part carefully
  The director cast John Smith as King Lear
• profer
• speak out
  We need to speak out about it. Wij moeten ons hiertegen uitspreken.
  If we speak out, they will listen and be aware. Als wij ons uitspreken, luisteren ze en wordt dat opgemerkt.
  If we do not speak out, they will note that as well. Als we ons niet uitspreken, wordt dat ook opgemerkt.

Related words

• uitspreiden
• onuitsprekelijk
• onuitspreekbaar
• uitspreekbaar
• armen en benen uitspreiden
• zich uitspreken