Dutch-English translations for wachtwoord

• password
  A lot of new computers have just one password to turn on the computer and do not have a separate password to control access to the Internet. Veel nieuwe computers hebben slechts één wachtwoord voor het gebruik van de computer. Er is geen apart wachtwoord voor toegang tot internet.
• shibboleth
  Its about time we abandoned the bourgeois shibboleth that earning money makes you a better person

Related words

• wacht
• afwachten
• verwachten
• lijfwacht
• doelwachter
• zwachtel
• onverwacht
• wachten
• wachtkamer