Dutch-French translations for bespreken

• débattre
  Nous pourrions débattre ensemble. We zullen dit gezamenlijk kunnen bespreken.
  Ce sont là d'autres points dont nous devrons débattre. Dat zullen wij ook moeten bespreken.
  Ce n'est pas le moment de débattre de cette question. Dit is niet het ogenblik om deze kwestie te bespreken.
• booker
• commenter
  Je voudrais commenter la situation au Japon. schriftelijk. - (PL) Ik wil graag de situatie in Japan bespreken.
  . (SV) Je ne pense pas qu'il appartienne au Conseil de commenter la sécurité qui règne au sein du Parlement. Het is naar mijn mening niet een zaak van de Raad om de veiligheid van het Parlement te bespreken.
  Monsieur le Président, dans le temps qui m'est imparti, je vais essayer de commenter les quatre rapports qui nous sont présentés. Mijnheer de Voorzitter, ik zal proberen om in de tijd die ik tot mijn beschikking heb de vier voorliggende verslagen te bespreken.
• discuter
  On peut discuter de tout le reste par la suite. Alle andere zaken kunnen we dan wel daarna bespreken.
  Nous devons également discuter de stratégies de sortie. We moeten ook exit-strategieën bespreken.
  Doit-en en discuter dans le cadre de la task-force? Moeten we dit bespreken binnen de task force?
• réserver
• s'entretenir sur

Related words

• bespreking
• rondetafelbespreking
• voorbespreking
• nabespreking