Dutch-French translations for elisabeth

• Élisabeth
  Nos deux représentants, Elmar Brok et Élisabeth Guigou, ont obtenu la victoire, eux qui ont participé pendant un an, et dans des conditions difficiles, au remaniement du traité. Onze beide vertegenwoordigers Elmar Brok en Elisabeth Guigou, die toch een jaar in moeilijke omstandigheden aan de uitwerking van het Verdrag hebben meegewerkt, zijn succesvol geweest.
  À ce titre, l'ancien Président Klaus Hänsch, le Président en fonction Gil-Robles et les députés Élisabeth Guigou et Elmar Brok sont particulièrement méritants. Onze voormalige Voorzitter Klaus Hänsch, de huidige Voorzitter Gil-Robles en de leden Elisabeth Guigou en Elmar Brok hebben zich daarbij bijzonder verdienstelijk gemaakt.

Related words

• Elisa
• evangelisatie
• Elisabet
• karamelisatie
• Elisabethstad