Dutch-French translations for merken

désigner
Il est déplorable que le Conseil n’ait pas jugé bon de désigner le Hezbollah comme une organisation terroriste. Het is betreurenswaardig dat de Raad het niet juist heeft geacht Hezbollah als terroristische organisatie aan te merken. Peut-être n'est-ce pas une coïncidence si elle suit une proposition irakienne aux Nations unies en octobre dernier qui visait à désigner l'uranium appauvri comme étant une arme de destruction massive. Het is wellicht geen toeval dat deze ontwerpresolutie komt na het voorstel van Irak afgelopen oktober in de VN, waarin is geprobeerd verarmd uranium aan te merken als massavernietigingswapen.
marquer
On trouve dans le règlement relatif aux EST, qui a déjà été approuvé, une volonté claire de marquer directement les matières à risques. In de reeds aangenomen TSE-verordening staan duidelijke eisen voor het merken van direct risicomateriaal. Le Parlement est parvenu à convaincre le Conseil de la nécessité de marquer clairement les fibres d'origine animale. Het Parlement heeft de Raad weten te overtuigen van de noodzaak om textielvezels van dierlijke oorsprong duidelijk zichtbaar te merken.

observer
percevoir
remarquer
Il y aurait encore beaucoup de choses à faire remarquer. Er is overigens ook nog wel het een en ander aan te merken. Je me demande si les citoyens seront nombreux à remarquer cette célébration. Ik vraag me af of veel mensen iets van de feestelijkheden zullen merken. Très souvent, nous ne parvenons pas à remarquer ce que nos voisins font. Vaak merken we niet wat onze buren aan het doen zijn.
saisir
s’apercevoir