Dutch-French translations for opblazen

• bouffir
• boursoufler
• exploser
  Je vous rappelle d'ailleurs que je suis venu moi-même faire un rapport au Parlement sur notre combat car des grands pays voulaient faire exploser le pacte, ou du moins l'affaiblir considérablement. En ik moet u eraan herinneren dat ik zelf in het Parlement verslag heb gedaan over onze strijd, want grote landen wilden het pact opblazen, of het op zijn minst ernstig verzwakken.
  L’Europe s’est-elle indignée contre les dirigeants palestiniens, qui enveloppent leurs enfants de bombes et qui sont prêts, s’ils sont détenus par des soldats, à les faire exploser de sang-froid? Waar blijft de Europa-brede verontwaardiging over de Palestijnse leiders, die kinderen omhangen met bommen en hen ijskoud willen opblazen als zij door soldaten worden aangehouden?
• gonfler
• inflation

Related words

• opblaasbaar
• opblinken
• opbloeien
• opblijven
• opblaaspop
• opbleken