Dutch-French translations for thema

• thème
  La prévention en constitue le thème central. Preventie is het centrale thema.
  Ceci relève du thème de la régionalisation. Dat is dus het thema van de regionalisering.
  Le thème de l'or est également important à nos yeux. Belangrijk is voor ons ook het thema goud.
• question
  Je vous demande d'aborder la question. Ik wil u verzoeken om dit thema aan de orde te brengen.
  La croissance durable est une question très complexe. Duurzame groei is een uiterst ingewikkeld thema.
  Pour moi, le climat est la deuxième question la plus importante. Het klimaat is volgens mij het tweede grote thema.
• sujet
  Une fois encore, c'est un sujet qui s'y rapporte. Ik zie hier dus een volgend thema dat met deze kwestie samenhangt.
  Passons maintenant à un autre sujet. Ik ga nu over op een ander thema.
  Nous ne pouvons pas nous contenter d'esquiver le sujet. Dat is een thema waarvoor we niet de ogen mogen sluiten.

Related words

• thematisch
• themapark
• mathematiek
• mathematica
• mathematicus
• mathematisch
• anathema
• apothema
• mathemaat