Dutch-German translations for leugen

• Lüge die
  Haben die Europäer das Recht zu sagen: eine Lüge ist eine Lüge? Hebben de Europeanen het recht om te zeggen: een leugen is een leugen?
  Indes, das war und ist eine Lüge! Maar dit was en is een leugen!
  Die Erweiterung wäre das Europa der Lüge. Uitbreiding leidt naar een Europa van leugens.
• Unwahrheit die
  Sie suchen einen Mittelweg zwischen Wahrheit und Unwahrheit, zwischen richtig und falsch. Hij zoekt een weg tussen waarheid en leugen, tussen goed en kwaad.
  Wie kann es sein, dass der Hohe Vertreter, Herr Solana, vor dieses Haus tritt und die blanke Unwahrheit verkündet? Hoe is het mogelijk dat de Hoge Vertegenwoordiger de heer Solana in dit Huis een aperte leugen kan verkondigen?
  Das Verfahren des Konvents offenbarte seine Grenzen und seine grundlegende Unwahrheit: Den viel beschworenen „Konsens“ hat es nie gegeben. Wij hebben kunnen vaststellen dat ook de methode van de Conventie haar grenzen kent en dat zij op een fundamentele leugen berustte: de veelgeroemde “consensus” heeft nooit bestaan.

Related words

• liegen
• leugenaar