German-Dutch translations for lüge

• leugen
  Hebben de Europeanen het recht om te zeggen: een leugen is een leugen? Haben die Europäer das Recht zu sagen: eine Lüge ist eine Lüge?
  Maar dit was en is een leugen! Indes, das war und ist eine Lüge!
  Uitbreiding leidt naar een Europa van leugens. Die Erweiterung wäre das Europa der Lüge.
• grote leugen
  Nu ik ze hier zo stuk voor stuk beluister, begrijp ik precies wat er wordt bedoeld met het concept van De Grote Leugen. Wenn ich ihnen lausche, dann verstehe ich endlich die Methode der großen Lüge.
  De eenheidsgedachte vierde hoogtij en vandaag weten we dat het een grote leugen was, een leugen die veel gekost heeft. Der Einheitsgedanke beherrschte alles, und heute weiß man, daß alles eine große Lüge war, die uns teuer zu stehen kam.
  Degenen die de angst aanwakkeren maken gebruik van de grote leugen zoals die vandaag welbespraakt door de dames McDonald en Sinnott werd verkocht. Zu den Waffen jener, die die Angst schüren, gehört die große Lüge, wie von Frau McDonald und Frau Sinnott heute hier so eindrucksvoll vorgeführt.
• onwaarheid
  Dat wij mogen waken voor elke vorm van revisionisme, elke historische onwaarheid. Weil wir jegliche Form von Revisionismus, jede historische Lüge vermeiden möchten.
  Dat iemand schrijft dat de eindstreep is gehaald, is een volstrekte onwaarheid. Zu schreiben, daß die Harmonisierung dann abgeschlossen sei, ist eine glatte Lüge.

Related words

• Flügel
• lügen
• anlügen
• Geflügel
• Lügerei
• Notlüge
• Geflügelcholera
• Seitenflügel
• Lügendetektor