Dutch-German translations for uitstapje

• Ausflug der
  Wie absurd, dass wir jährlich 200 Millionen Euro Steuergelder für den monatlichen Ausflug nach Straßburg ausgeben. Wat een onzin dat wij per jaar 200 miljoen euro van het geld van de belastingbetalers uitgeven aan het maandelijkse uitstapje naar Straatsburg.
  Was Herrn Dell' Albas geographischen Ausflug auf Inseln und in stiefelförmige Länder angeht, so beantworte ich, wie ich bereits sagte, gern seine nächste Frage in aller Ausführlichkeit. De heer Dell'Alba heeft ons meegenomen op een geografisch uitstapje naar eilanden en naar laarsvormige landen. Zoals ik al zei, wil ik zijn vraag graag uitgebreid beantwoorden.
• Exkursion die
• Fahrt die
• Reise die
  Das will ich gern tun, und Frau de Palacio wird sich über eine romantische Reise nach Schottland freuen. Ik zal dat zeker doen, en mevrouw de Palacio zal vast genoegen beleven aan een romantisch uitstapje naar Schotland.
• Tour die

Related words

• uitstap
• uitstappen
• een uitstap maken
• een uitstapje maken