Dutch-Italian translations for zekerheid

• sicurezza
  Lei ha parlato di fiducia e di sicurezza. U heeft het gehad over vertrouwen en zekerheid.
  L'occupazione non offre sicurezza. De werkgelegenheid biedt geen zekerheid.
  Sicurezza, indipendenza e autonomia. Ze willen zekerheid, onafhankelijkheid en zelfstandigheid.
• certezza
  Lei ha anche parlato di certezza, di certezza giuridica, per la precisione. U had het ook over zekerheid, rechtszekerheid.
  Dobbiamo dar loro uno straccio di certezza. We moeten hun enige vorm van zekerheid bieden.
  E' questo il genere di certezza di cui i cittadini hanno bisogno. Dat is het soort zekerheid dat de burgers nodig hebben.

Related words

• onzekerheid
• onrechtszekerheid
• zekerheidstelling
• bedrijfszekerheid
• voedselzekerheid
• baanzekerheid
• bestaanszekerheid
• sociale zekerheid
• voor alle zekerheid