Dutch-Polish translations for beest

• bestia
  Na ustach wszystkich było słowo "krajowy”: krajowa elastyczność, krajowe reguły, krajowe wyjątki; szalała bestia patologicznej motywacji. Het woord dat op ieders lippen lag, was 'nationaal': nationale flexibiliteit, nationale regels, nationale regels, nationale vrijstellingen; het beest van de perverse prikkels ging tekeer.
• zwierzę
• bydlak
• bydlę

Related words

• lieveheersbeestje
• knuffelbeest
• beestje
• beesten
• varkensbeest
• bakbeest
• feestbeest
• hartenbeest
• koebeest