Dutch-Polish translations for den

• drzewo
  Musimy przyciąć drzewo, żeby umożliwić mu wzrost. Om groei mogelijk te maken moet de boom worden gesnoeid.
  Gdyby sytuacja nie była tak okropna, zabawne byłoby zastanowić się, jak takie drzewo może wydać taki owoc. Als de toestand niet zo rampzalig was, zouden we ons kunnen amuseren met het nadenken over de vraag hoe een dergelijke vrucht op zo'n stam kan groeien .
  Finlandia odczuła naciski Rosji w postaci ceł na drzewo, jednak przynajmniej na razie władze finlandzkie nie powiązały tej kwestii z projektem gazociągu. Finland heeft de druk van Rusland ervaren in de vorm van belastingen op hout, maar de Finse regering heeft tenminste vooralsnog deze kwestie niet verbonden met het gaspijpleidingproject.
• sosna

Related words

• Zweden
• woordenboek
• WikiWoordenboek
• godendag
• besnijdenis
• worden
• rijden
• zuiden
• noorden