Dutch-Polish translations for failliet

• bankructwo
  Bez pomocy z zewnątrz Łotwie groziło bankructwo. Zonder financiële hulp van buitenaf had Letland failliet kunnen gaan.
  Państwa, które zachowywały się odpowiedzialnie miały wybór: pozwolić dłużnikom na bankructwo albo okazać solidarność. De lidstaten die verantwoordelijk hebben gehandeld konden kiezen: toelaten dat de schuldenaren failliet gaan of solidariteit tonen.
  Pozostaje retoryczne pytanie: czy głównym celem polityki unijnej jest bankructwo moich rodaków wraz z wymazaniem Polski z mapy Europy? Hier moet de retorische vraag gesteld worden: stelt het Europese beleid zich tot hoofddoel om mijn landgenoten failliet te doen gaan en Polen van de kaart van Europa te vegen?
• zbankrutowany

Related words

• faillissement
• gefailleerde
• failleren
• failliet gaan