Polish-Dutch translations for bankructwo

• bankroet
• failliet
  Zonder financiële hulp van buitenaf had Letland failliet kunnen gaan. Bez pomocy z zewnątrz Łotwie groziło bankructwo.
  De lidstaten die verantwoordelijk hebben gehandeld konden kiezen: toelaten dat de schuldenaren failliet gaan of solidariteit tonen. Państwa, które zachowywały się odpowiedzialnie miały wybór: pozwolić dłużnikom na bankructwo albo okazać solidarność.
  Hier moet de retorische vraag gesteld worden: stelt het Europese beleid zich tot hoofddoel om mijn landgenoten failliet te doen gaan en Polen van de kaart van Europa te vegen? Pozostaje retoryczne pytanie: czy głównym celem polityki unijnej jest bankructwo moich rodaków wraz z wymazaniem Polski z mapy Europy?
• faillissement
  Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen faillissement en surseance van betaling van een kredietinstelling. Należy koniecznie odróżnić bankructwo od zawieszenia płatności przez instytucje kredytowe.
  In zes maanden tijd hebben bijna een half miljoen Amerikanen persoonlijk faillissement moeten aanvragen. Na przestrzeni sześciu miesięcy prawie pół miliona Amerykanów musiało zgłosić osobiste bankructwo.
  namens de UEN-Fractie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het Duitse concern Qimonda, een van de grootste fabrikanten van geheugenchips, heeft zijn faillissement bekendgemaakt. w imieniu grupy UEN. - Panie przewodniczący! Niemiecki koncern Qimonda, jeden z największych producentów układów pamięci, ogłosił bankructwo.
• faling
• surseance van betaling
  Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen faillissement en surseance van betaling van een kredietinstelling. Należy koniecznie odróżnić bankructwo od zawieszenia płatności przez instytucje kredytowe.

Related words

• bankrutować
• bankrut
• zbankrutowany
• bankrucki
• zbankrutować