Dutch-Polish translations for feestdag

• święto
  Chce mieć własny hymn, flagę, święto, walutę i dewizę. Het wil zijn eigen hymne, vlag, feestdag, munt en devies.
  Jeśli jednak to prawda, że mamy dziś święto, to święto owo okupiliśmy ogromnym trudem. Maar als het klopt dat dit een feestdag is, dan is het wel een zwaar bevochten feestdag.
  Mimo świeckiego charakteru edukacji w Bułgarii, w regionach tych ogłoszono religijne święto szkolne! Ondanks het openbare karakter van het Bulgaarse onderwijs werd er in deze regio's een godsdienstige feestdag uitgeroepen!

Related words

• wettelijke feestdag
• roerende feestdag
• nationale feestdag
• fijne feestdagen
• gelukkige feestdagen
• vrolijke feestdagen
• Hoge Feestdagen