Dutch-Portuguese translations for afzeggen

• cancelar
  Assim, para poder estar presente neste importante debate sobre assistência em escala nos aeroportos, tive de cancelar os meus compromissos na passada sexta-feira.Om dit belangrijke debat over de grondafhandelingsdiensten te kunnen bijwonen, moest ik derhalve mijn afspraken vorige week vrijdag afzeggen.

Related words

• afzetmarkt
• afzetgebied
• afzetbaar
• afzetting
• afzetten
• afzetter
• afzetster
• afzekeren
• afzettingsgesteente
• afzetkegel