Dutch-Portuguese translations for besmetten

contagiarA carne fresca de animais vacinados é portadora de vírus e poderia contagiar animais sãos alimentados com restos de outros animais. Vers vlees van gevaccineerde dieren draagt het virus en kan gezonde dieren besmetten die gevoed worden met de resten van deze dieren.
infectarEsta bactéria altamente contagiosa, que se propaga pelo ar, pode infectar dez a cinquenta outras pessoas antes dos seus sintomas se manifestarem. Deze zeer besmettelijke, via de lucht overdraagbare bacterie kan tien tot vijftien andere personen besmetten voordat de symptomen zich openbaren. Gostaria de o comparar a um vírus que não é suficientemente perigoso para matar o portador, mas que claramente o debilita e tem capacidade para infectar terceiros. Ik vergelijk het graag met een virus - het is niet gevaarlijk genoeg om de drager ervan te doden, maar het verzwakt hem beslist en het heeft de potentie om anderen te besmetten.

Dictionary