Dutch-Portuguese translations for koppelen

• emparelhar
• acoplar
• conectar
• copular
• juntar
  Depois, temos de lhes juntar políticas específicas. En daaraan moeten we gerichte beleidsmaatregelen koppelen.
  Temos de juntar os dois processos e assegurar que o alargamento se dê, bem como as necessárias modificações institucionais. Wij moeten de twee processen aan elkaar koppelen en ervoor zorgen dat de uitbreiding gepaard gaat met de nodige institutionele hervormingen.
  É possível, no Pacto de Estabilidade e Crescimento de que fui relator na parte correctiva, juntar à ideia de estabilidade e disciplina orçamental a ideia de crescimento. Ik ben rapporteur geweest voor het corrigerend onderdeel van het stabiliteits- en groeipact, en het is mogelijk de begrippen stabiliteit en begrotingsdiscipline te koppelen aan het idee van groei.
• ligar
  Porém, temos de ligar a Turquia à Europa. Toch moeten we dit land aan Europa koppelen.
  Precisamos de ligar investimentos "verdes" à criação de novos empregos. We moeten groene investeringen koppelen aan nieuwe banen.
  É imperioso ligar esses factores de forma inseparável. Het is absoluut noodzakelijk om de twee aan elkaar te koppelen.

Related words

• ontkoppelen
• afkoppelen
• loskoppelen
• aaneenkoppelen